van Alphen

Peter Henricksen ende Mechtelt Rutgers - echteluijden hebben schuldig bekent Henrick Lijberts de som van tweehondert vijftich caroli gulden cum interesse uijt huijs ende hofstadt groot 4 hondt. Daer oostw Henrick loijen ende Geurt Willemsz cum suis, zuidw. ende westw. joncker Copier van Cuijlenborch, noordw. de gemeijne straat. Vermogens obligatie de dato 4 martij 1662 bij de debiteuren beteijckent ende alhier geregistreert 21e junij 1662.

Rutger Henricks weduwe ende erfgenaemen hebben getransporteert aen Peter Henricksz ende Mechtelt Rutgers - echteluijden een huijs ende hofstede gelegen op Welij onder Hien. Daer oostw. Henrick Loijen ende Geurt Willlemsz cum suis, zuidw. Joncker Johan Copier, westw. de selver coper ende noordw. de gemeijne straet, voor de alimentatie des voorsen weduwe. Voor vrij goet, uijtgesondert toebehorende dijcken. Vermogens transport de date 25 februarij 1662 met negen uijthangende segelen ende vier marckten neffens onderteijkeninge van Willem Nab bekrachticht ende alhier geregistreert de 5e december 1663.

Deselve echteluijden (Peter Henricksen ende Mechtelt Rutgers) hebben schuldich bekent Henrick de Kemp ende Geurtgen Huberts - echteluijden de som van vijff ende seventich gulden cum interesse uit hetselfde onderpandt. Vermogens obligatie de dato 16 november 1664 behantmerckt als voorsen. Geregistreert den 18e januarij 1665.

Peter Henricksen ende Mechtelt Rutgers - echteluijden hebben schuldig bekent Lijbert Henricksz ende Geertgen Hubertsz - echteluijden 75 gulden cum interesse uijt huijsinge, hofstadt ende boomgaeert groot 4 hondt. Daer oostw. Henrick Loijen ende Geurt Willemsz cum suis, zuidw. ende westw jocker Copier ende noordw. die gemeijne straet. Vermogens obligatie de dato 22 januarij 1663 bij de debiteuren behandtmerckt ende getuijgen besegelt ende alhier geregistreert den 18e januarij 1665.

Deselve echteluijden (Peter Henricksen ende Mechtelt Rutgers) hebben schuldich bekent Henrick de Kemp ende Geurtgen Huberts - echteluijden de som van vijff ende seventich gulden cum interesse uit hetselfde onderpandt. Vermogens obligatie de dato 16 november 1664 behantmerckt als voorsen. Geregistreert den 18e januarij 1665.

Peter Henricksen ende Mechtelt Rutgers hebben opgedragen Geurt Willemsen ende Aeltgen Rutgers echteluijden twee hondt boomgaerts in buerschap Welij, daer oost Lucas Rutgers ende coper selfs, zuijden ende west joncker Copier, ende noorden de straet. Ende daervoor tot waerschap gestelt huijsinge ende hofstadt daer dit landt van verkoft is, den 5e november 1652. Geregistreert den 1e februarij 1667.

Henrick Costen ende Trijntgen Jacobs echteluijden hebben opgedraegen aen Mechtelt Rutgers weduwe van Peter Henricksen ende haere kinderen een acker boomgaerts, daer oost Daniell Cornelisen, zuijden de Laeck ende west Henrick Loijen. Noch een halven boomgaerts, de wederhelft toekomende Henrick Loijen. Noch een halve acker bouwlandts, de wederhelft van Arndt Rutgersen competerende, ende lestelick een acker bouwlandts, daer oost Jan Versteegh, suijden de Laeck van de Lieve Vrouwen Ackers, ende noorden de gemeene straet. Alles onder de buerschap Welij voor vrij goedt, doch beswaert met seventich caroli gulden, dewelcke de weduwe van Lijbert Lijbertsen daerop te pretenderen heeft, dewelcke van nu aff staen tot lasten der coperen, gelijck mede de dijcken en de weteringen, met recht daertoe behorende. Renunciaverunt et promiserunt guarandizare uijt haer huijsinge ende hofstede, op Heusden, daer oost d'ergenaemen van Gerard van Heteren, zuijden Zeger Cornelissen, west Jan Crauwell, vermogens transportbrieff van de lesten januarij 1670. Geregistreert de 5e februarij 1670.

Mechtelt Rutgers weduwe van Peter Henricksen cum tutore Wouter Jansen heeft overgegeven ende getransporteert haere twee kinderen Henrick [Peters] ende Niesken Peters alle haere vaste goederen aen distincte parcelen onder Hien, Opperden ende Welij, met het versterf van haren soon Cornelis Petersen, ende vorders alle haere gereede goederen, soo bestiaell als andersints, mitsgaders alle in ende uijtschulden. Mits dat zij kinderen haer zullen onderhouden in kost ende dranck, klederen etc., haer leven lanck geduerende. Oock onder malkanderen besproken, dat bij afsterven van d'een off d'ander de goederen zullen sterven op langhstlevende etc., vermogens een brieff de dato 20e augusti 1681. Geregistreert den 6e augusti 1683.

Dewijle dat ons Jan Barten van Hattem en Mechtelt Peters echteluijden met onsen broeder Dirck Peterse en Jenneken van Leijden, oock echteluijden, voor ons beijden is aangedeelt wegens onse overledene ouders met namen Peter Henrickse en Mechtelt Rutgers, in leven echteluijden, haar versterf sekere 4 1/2 hond boomgaertse in de buijrschap Welij, en doordien in denselven boomgaart is gevestight eene somma van 350 gulden, die onsen broeder Dirck Peterse daarin heeft moeten laten setten tot voorcominge van meerdere oncosten, alsoo de heer van Loenen daar verscheijdene obligatiën van was hebbende, dewelke daarmede uijtgeleijt sijn, soo belooven wij echteluijden voorgeschreven, dat onsen meergemelten broeder datselven goet sa vredelijk gebruijcken ende de opkomsten implojeren tot uijtlegginge en verminderinge van het voorstaande capitaal cum interesse, en dat wij geen voordeel off profijt van hetselve goet sullen hebben vooralleer dese voorstaande lasten, daarvan uitgeleijt sijn, onder verband als na rechten. Oircond onse beteekeninge, dat nu den 5e augusti 1691 was geteekent, Jan Barten van Hattem. Dit merckt X heeft Mechtelt Peters met haar handt geset, me praesente C.v. Ooij custos. Geregistreert den 22e maij 1698.